weekverhaal week 5

Vogel

Kevin houdt een blaadje vast. Het is een verhaal van de kinderen uit het boomboek. 'Lief, Al en Leen gaan niet naar school. Is dat niet gek?' Kevin leest het voor. 'Dit is uit het boek gevallen, meester.'
'Wat staat er nog meer?'
'Een tekening. Een tekening van Lief, Al en Leen.'
'De vogel niet,' vraagt Rob.  
'De vogel is naar een ander blaadje gevlogen,' zegt Guus.
'Meester, in de winter zijn geen bladeren aan de boom.'
'Rob, de blaadjes met verhalen groeien altijd.'
'Dan ga ik het blaadje met de vogel zoeken.' Rob bladert door het stapeltje met de verhalen van de kinderen over de boom.
'Lief, Al en Leen gaan niet naar school. Is dat niet gek,' leest Kevin nog een keer.
'Ik denk,' zegt Lesley, 'dat ze al veel weten.'
'Hoe kan dat dan? Om te leren moet je naar school gaan.'
'Ja, jullie wel,' lacht Guus.
'Maar hoe hebben zij dat dan geleerd.'
'Och, Kevin, misschien van de boom. Ze tellen de blaadjes en kunnen al hun verhalen vertellen. Zij ruiken het voorjaar en zien de kleuren van de herfst.'
'Ik heb geen blaadje met de vogel gevonden,' zucht Rob.
Kevin gaat op zijn stoeltje zitten. 'Ik ga naar Lief, Al en Leen. Misschien weten zij waar de vogel is.' Hij legt een blaadje op het bankje en tekent.
Jessica komt kijken. 'Dat is toch allemaal niet echt.'
'Wat is niet echt,' vraagt Ron.
'Dat allemaal. Lief en zo.'
'Jawel. Kijk maar ik ben Al. Joyce is Lief. En...'
'Dat fantaseren jullie allemaal.'
'Ja en daarom zijn ze echt. De boom..'
'De vogel,' roept Rob.
'De bladeren groeien over een tijdje weer,'zegt Guus.
'En, Jessica,' Lesley kijkt wijs, 'wij schrijven op de blaadjes verhalen. Weet jij een verhaal?'
Jessica schudt haar hoofd. 'Nee.'
Kevin kijkt op van zijn tekening. 'Waar zou jij de vogel tekenen?'
'In de boom.'
''Jij mag de vogel tekenen.'
'Ik kan geen vogel tekenen.'
Rob lacht. 'Teken de vogel achter de boom. Dan zien wij hem niet.'
Kevin tekent de vleugels en de staart van de vogel. 'Jessica, jij mag de kop tekenen.'
Voorzichtig maakt ze met de potlood een rondje en twee streepjes voor de snavel. Kevin legt de tekening op het bureau van Guus. 'Het verhaal is af. De vogel vliegt over de boom. Hij heeft een bril op. Daarom kan hij alles goed zien. Vooral Lief, Al en Leen.'
Aan zijn snavel hangt een briefje. Rob staat erop.
'Zie je Rob,' zegt Guus, 'nu weet je altijd waar de vogel is. Kijk maar op het briefje. Rob staat erop.'
De kinderen zeggen hem na. 'Rob staat erop!'
Lesley steekt een vinger omhoog. 'Dit hebben we vandaag geleerd.'
En nog eens roepen ze: 'Rob staat erop.'