Radio Pool

De ochtendzon schijnt bleekjes door de wolken. De kletsnatte landingsbaan licht op.
’s Nachts raasde er een novemberstorm. Een vliegtuig staat klaar voor vertrek. Passagiers maken hun papieren in orde bij het loket in een houten keet. In het midden staat een kachel.   
Sjir zit op een bank te wachten met zijn reistassen op de grond.
Een jongetje rent langs. Hij valt bijna over de tassen. ‘Kom hier Johnny’ roept een vrouw. Ze zit tegenover Sjir. Hij kijkt voor zich uit. Hij merkt er niets van.  Een vrouwenstem klinkt door de luidspreker. In het Engels en Nederlands zegt ze dat de mensen mogen instappen. Sjir knoopt zijn dikke winterjas met touwtjes dicht. Buiten zet hij zijn muts op. De wind raast over de baan. Het is waterkoud. Het vliegtuig glinstert in de zon. De stoel naast hem blijft leeg. Aan de andere kant van het gangpad zit Johnny met zijn moeder. Sjir kijkt naar buiten. Hij kan de propellers aan een van de vleugels zien. Ze beginnen te draaien. Het geluid van de motoren zwelt aan. Het vliegtuig start. Water op de baan spat op. De lucht dichterbij. De aarde steeds kleiner. Tussen wolken en water. Daar voelt hij zich thuis. Sjir heeft aan de universiteit gestudeerd. Hij wilde zoveel mogelijk over het weer te weten komen. Voor het instituut waar hij werkt reist hij nu richting de noordpool. Daar zal hij de komende jaren onderzoek doen in een weerstation.
Johnny loopt door het gangpad en langs de stoelen. Zijn moeder leest een boek. Sjir ziet dit niet. Hij kijkt naar buiten. Wil geen wolk missen. Het jongetje kruipt op de lege stoel naast Sjir. ‘Waar gaat u heen meneer?’
Sjir kijkt nog altijd naar buiten. Johnny tikt met zijn hand op Sjir’s arm. ‘Waar gaat u heen meneer?’ Zijn moeder kijkt op van het boek. Ze wil iets zeggen. Sjir draait zich om. De moeder zwijgt. Ze kan Sjir bekijken zonder dat hij het merkt. Hij heeft geen zin om te praten. ‘Ver weg’. Johnny wijst met zijn hand naar voren. ‘Daar?’ Sjir kijkt weer naar buiten. ‘Ja’. Wie woont daar? Sjir denkt even na. ‘De kerstman’. De ogen van Johnny worden groot.’ De kerstman! Mama, die meneer gaat naar de kerstman!’
Zijn moeder staat op. ‘Kom Johnny laat die meneer met rust’. Ze pakt het jongetje bij de hand. Even kijkt Sjir haar aan. Schuldgevoel borrelt in hem op. Maar hij kan het niet verwoorden. Wolken zijn meer zijn taal.

Als ze geland zijn, staan de mensen in het vliegtuig op. Johnny probeert het nog een keer.
‘Wat is de naam van de straat waar de kerstman woont, meneer?’ Een voorzichtige lach verschijnt op het gezicht van Sjir. ‘Daar is geen straat.’ ‘maar ik wil hem een brief sturen’.

Sjir trekt zijn jas aan. Wat moet hij hierop zeggen? Hij kijkt de kleine jongen aan. Zijn grote ogen ontroeren Sjir. ‘Je kunt hem opbellen’.
Sjir haalt een boekje uit zijn jaszak. Hij scheurt er een blaadje uit en geeft het aan Johnny.
‘Radio Pool’ staat er op geschreven met een telefoonnummer.
‘Kijk mama wat ik gekregen heb’. Zijn moeder lacht vriendelijk naar Sjir. Samen stappen ze het vliegtuig uit. Hij helpt haar met de koffer in taxi te laden. Als de taxi wegrijdt zwaait het jongetje en zijn moeder. Sjir steekt zijn hand op. Hij loopt naar het station. Nog een lange dag moet hij naar het noorden reizen met de stoomtrein. De wolken in de lucht zijn veranderd in een sneeuwdeken. De avond valt in. Buiten is niet veel meer te zien.
Hij doet zijn ogen dicht. De trein raast over de rails ver weg naar het noorden.
Sneeuwwolken stuiven op. De stoomfluit klinkt door de poolnacht. Een lange duisternis.
De duisternis beklemt hen niet. De vrieskou ademt vreugde. Werken met het weer in de witte natuur. De natuur spreekt zijn taal. Op het poolstation werken mensen uit verschillende landen. Ze bestuderen het leven op de pool. Ieder op zijn eigen manier.
Een keer per jaar mogen ze een paar weken naar huis.

De meeste gaan het liefste rond kersttijd. Voor Sjir hoeft dat niet. Kerstverhalen gaan aan hem voorbij. Het Noorderlicht boven het poollandschap vertelt hem meer. Met een paar man blijven ze achter. Als kerstavond zich over de wereld uitstrekt, zit Sjir in zijn hut bij de houtkachel. Hij rookt een pijp voordat hij naar bed gaat. Geniet van de rust. Maar opeens piept de radio. Met tegenzin pakt hij de microfoon en draait aan een knop. Met een zwaardere stem dan normaal zegt hij; ’Radio Pool’.
‘Spreek ik met de kerstman?’ zegt een jong stemmetje. Sjir denk dat iemand hem voor het lapje houdt. Maar net voordat hij begint te vloeken, schiet het beeld van het jongetje uit het vliegtuig door zijn hoofd. Met een nog lagere stem zegt hij; ‘Ja, Johnny, je spreekt met de kerstman’. ‘ Kerstman, mijn moeder zegt dat jij geen tijd hebt om mij te bezoeken vanavond. Maar kun je niet een andere keer komen?’. ‘Zeker Johnny, volgend jaar’
‘Mama, de kerstman komt volgend jaar’. De radio kraakt. Sjir hoort nog net ‘Zalig kerstfeest’. De stem van de moeder. Dan wordt het contract verbroken. Sjir staat nog een tijdje voor het raam. Hij kijkt naar buiten. Een warm gevoel licht de poolnacht op. IJs en sneeuw smelten door de vreugde van een jongetje ‘Zalig kerstfeest’.
Noorderlicht in zijn hart.
Zijn kerstkaart.
Volgende jaar heeft hij vrij.
Om de kerstman te helpen.